De rol van verhuurders/woningcorporaties
Verhuurders van woningen (en het bijzonder woningcorporaties) spelen een belangrijke rol bij de aanpak van overlast. De verhuurder heeft een belangrijke signaalfunctie. Zij krijgen vaak als eerste de klachten binnen van de omwonenden. De verhuurder heeft een onderzoeksplicht. Dat houdt in dat de verhuurder in gesprek gaat met omwonenden en overlastgever.
In dat gesprek analyseert en onderzoekt de verhuurder de klachten. Na het onderzoek bekijkt de verhuurder welke instrumenten ingezet kunnen worden om de overlast te stoppen en de persoon met verward gedrag te helpen.
Er zijn verschillende instrumenten mogelijk:
- Verwijzing naar hulpverlening;
- Bemiddelend gesprek;
- Waarschuwing;
- Maken van afspraken;
- Het op gang brengen van buurtbemiddeling (met behulp van een buurtbemiddelingsorganisatie)
Als dat allemaal niet helpt kunnen er ook juridische instrumenten worden ingezet.
Instrument: huurrechtelijke gedragsaanwijzing
Een gedragsaanwijzing is een gebod (een verplichting om iets te doen) of een verbod (een verplichting om iets na te laten) dat geldt voor de huurder. Voorbeelden van gedragsaanwijzingen zijn het verbod op het kijken van televisie in de nachtelijke uren, de verplichting tot het onderhouden van de tuin of een verplichting tot het accepteren van hulpverlening.
» lees verder
Instrument: huisuitzetting (ontruiming)
Wanneer minder ingrijpende middelen geen soelaas meer bieden, kan besloten worden een gerechtelijke ontruimingsprocedure te starten tegen de overlastgever. Het kan namelijk, om de overlast te doen stoppen, noodzakelijk zijn dat de overlastgevende huurder zijn woning definitief verlaat. De verhuurder kan dit bereiken door in een gerechtelijke procedure ontbinding van de huurovereenkomst (en ontruiming van het gehuurde) te vorderen.
» lees verder