Tweede monitor woonoverlast in coronatijd: de rek is eruit
02-03-2021
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) bracht in juni 2020 een monitor uit over woonoverlast in coronatijd. De vraag was toen hoe het op dat moment ging bij gemeenten, corporaties en hun partners met het aantal meldingen van burenruzies/woonoverlast. Om inzicht te krijgen in de ervaringen vanaf september en om te kunnen vergelijken met de uitkomsten van juni, zette het CCV opnieuw een korte enquête uit.
Deze enquête werd verspreid onder een netwerk van woningbouwcorporaties, gemeenten, politie en zorg/hulpverlening. 188 Respondenten vulden de enquête in.
Stijging woonoverlastmeldingen
Vanaf 1 september 2020 stegen de meldingen van woonoverlast in coronatijd, zo zegt 50% van de respondenten. Van deze respondenten ziet 53% een toename van woonoverlast die specifiek veroorzaakt wordt door mensen met psychische problemen, verslavingen, een verstandelijke beperking of door ouderen.
Nieuwe vormen van overlast
45% van de respondenten geeft aan dat er nieuwe vormen van woonoverlast worden gemeld. Denk aan illegale huisfeestjes, schuurfeestjes, te veel bezoek in huis, groepen jongeren in portieken, in het park of op straat, studenten die zich niet aan de regels houden.
Top 3 soort overlast
In de periode vanaf september ‘20 tot eind januari ’21 staat geluidsoverlast op nummer 1, gevolgd door intimidatie, bedreigingen, pesten, geweld en/of vernieling. Op nummer 3 staat vervuiling en/of verwaarlozing van de woning of tuin van de buren.
Boosheid, agressie of korte lontjes
62% van de respondenten ervaart meer korte lontjes bij bewoners. De tolerantiegrens is vaak laag en het langere tijd thuis werken en de sluiting van scholen begint zijn tol te eisen.
Aanpak structurele woonoverlast in tijden van corona
Voor veel respondenten geldt dat ze de aanpak van woonoverlast op eenzelfde manier voortzetten als vóór coronatijd (40%) Bijna een vijfde (18%) past zijn aanpak aan door een andere werkwijze te ontwikkelen. De overige respondenten geven aan dat het niet goed gaat met de aanpak, maar dat ze wel wat kunnen doen.
Veel werkzaamheden, zoals huisbezoeken kunnen niet meer fysiek plaatsvinden en worden telefonisch, online beeld bellend en per mail gedaan. Wat niet altijd optimaal is. Bovendien hebben veel organisaties last van beperkte bereikbaarheid van partners, gebrek aan handhaving, capaciteit en prioritering.
Grootste belemmeringen voor de aanpak van woonoverlast
De top 3 van grootste belemmeringen voor de aanpak van woonoverlast op dit moment is:
- Er zijn geen huisbezoeken mogelijk: 56%
- Handhaving is niet mogelijk/lastig: 41%
- Hulpverlening is niet beschikbaar: 34%
Door het gebrek aan huisbezoeken is het constateren en handhaven van overlast lastiger. Ook is de hulpverlening soms uit het zicht.
Het fysieke contact, de bezoeken aan huis van bijvoorbeeld hulpverlening of andere professionals en de mogelijkheid om op locatie te handhaven zijn van belang om woonoverlast in de kiem te smoren.
Stijging verwacht van aantal meldingen
Als laatste verwachtte 51% van de respondenten dat er meer meldingen van woonoverlast in de wintermaanden zouden komen. Door de aanhoudende lockdown, maatregelen zoals de avondklok en onzekere perspectieven is de verwachting dat het aantal meldingen stijgt. De situatie wordt lastiger vol te houden door uitzichtloosheid, het ontbreken aan een uitlaatklep, donkere dagen en toenemende ergernissen. Ook het te laat signaleren van overlast, vervuiling en (psychische) problematiek kan leiden tot meer aanmeldingen. Kortom, de rek is eruit.