Woonoverlast

Meer weten?

Hulp nodig bij de aanpak van woonoverlast? Bel (telefoon: 030 751 6700) of mail met het CCV.

Overlast, buren en camera’s

Tekst: Michel Vols, Rijksuniversiteit Groningen (RUG)

Camera’s spelen een steeds grotere rol bij zaken over woonoverlast. Camera’s kunnen een bron van overlast zijn: buren richten camera’s op elkaars huis en tuin. Dit leidt ertoe dat mensen zich bekeken en in hun privacy aangetast voelen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) meldt in februari 2025 dat zij honderden klachten en tips heeft ontvangen over dergelijke camera’s.

Daarnaast kunnen camera’s gebruikt worden om overlast aan te tonen. Buren of instanties maken en gebruiken camerabeelden om aan tonen dat de overlast bestaat en voldoende ernstig is om tegen op te treden.

Dit artikel geeft een overzicht van recente jurisprudentie over overlast waarin camera’s een rol spelen. Eerst bespreken we de gevallen waarin de camera’s zelf hinder opleveren. Daarna komen zaken aan bod waarbij camerabeelden gebruikt worden voor het overlastdossier.

Buren- en huurrecht: camera’s zijn overlast

Er bestaat geen totaalverbod om camera’s aan de woning op te hangen. Wel zijn er allerlei juridische voorwaarden waaraan de bewoner moet voldoen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een stappenplan gepubliceerd waarin een aantal van deze voorwaarden staat. Zo moet de bewoner goed nadenken over het doel van de camera. Wil de bewoner bijvoorbeeld inbraak voorkomen, of is er geen enkele reden om de camera’s op te hangen? Is het echt noodzakelijk om continu te filmen, of is het voldoende als de camera alleen filmt bij beweging?

De camera mag alleen de eigen bezittingen filmen en niet - of in ieder geval zo min mogelijk - de openbare weg of de woning van de buren. De bewoner moet mensen, inclusief de buren, informeren over de camera. Daarnaast kunnen bepaalde privacy-instellingen helpen (bijvoorbeeld het blurren van gezichten van voorbijgangers) om de overlast te beperken. De filmopnamen mogen ook niet onbeperkt worden bewaard.

Gelukkig houden veel mensen zich aan de regels en leiden camera’s niet altijd tot burenruzies. Helaas is dit niet altijd het geval, zo laat een blik op recente gerechtelijke uitspraken zien. Rechters doen in diverse burenrechtelijke zaken, uitspraak over camera’s. In die zaken vorderen mensen met succes dat het de buren wordt verboden om de woning of het perceel van de buren te filmen.

In andere zaken moeten de buren een plaatje plaatsen bij hun camera om zo te voorkomen dat het perceel van de buren gefilmd wordt. Soms moeten camera’s zelfs volledig verwijderd worden. In een enkele casus verbeurt de buur een dwangsom, omdat hij met zijn camera’s, ondanks het vonnis van de rechter, toch weer de woning van de buren heeft gefilmd. Sommige buren verliezen de rechtszaak, omdat de rechter oordeelt dat de geplaatste camera’s niet tot een onrechtmatige situatie leiden.

Verhuurders
Ook verhuurders, zoals woningcorporaties, kunnen (aanvullende) regels stellen aan het ophangen en gebruik van camera’s aan woningen. Overtreding van die huurregels kan leiden tot handhaving door de verhuurder. Zo moest een huurder zijn huurwoning ontruimen, omdat hij jarenlang opnamen maakte van de buren en die beelden op Facebook zette. Het gerechtshof overweegt:

‘Op camerabeelden (voor zover in het geding gebracht) is behalve de voortuin ook een deel van de stoep en de rijbaan van de straat te zien. Bovendien is op de opnamen te horen wat buurtbewoners op straat buiten de voortuin tegen elkaar zeiden. Dit is zonder toestemming in beginsel niet toegestaan.’

De cameraopnamen zijn volgens het gerechtshof in deze casus niet te rechtvaardigen met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Ook in andere zaken leidde het plaatsen van beveiligingscamera’s aan de huurwoning, tezamen met andere overlastgevende gedragingen, tot veroordeling om de huurwoning te ontruimen.

Dat betekent niet dat het plaatsen van een camera altijd tot een ontruiming leidt: soms weegt de tekortkoming van de huurder niet op tegen het verlies van de woning.

tekst gaat verder onder de foto

Bestuursrecht: kan de overheid optreden tegen camera’s?

Soms stappen buren naar de overheid als zij klachten hebben over de camera’s van hun buren. Een van de instanties waarbij zij terechtkunnen is de hierboven aangehaalde Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Er zijn zaken bekend waarin de AP wordt verzocht op te treden tegen de camera van de buren. De camera zou in strijd zijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De rechtbank stelt in een dergelijke zaak dat er een beginselplicht tot handhaving bestaat, maar dat dit niet inhoudt dat de AP gehouden is bij alle klachten te moeten onderzoeken of sprake is van een overtreding.

De AP bepaalt met prioriteringscriteria of er na een “globaal bureauonderzoek” nader onderzoek moet worden verricht. Ook kan de AP besluiten om geen nader onderzoek te doen, wanneer de bredere maatschappelijke betekenis van dit nader onderzoek te beperkt is. De inzet van de beperkte capaciteit en middelen van de AP, zijn dan niet doeltreffend en doelmatig. Als het direct duidelijk is dat er een overtreding is, dan spelen de criteria geen rol en treedt de AP handhavend op. Het verschilt per kwestie op welke wijze handhavend wordt opgetreden.

De AP heeft volgens de rechter de vrijheid in de keuze voor de verschillende instrumenten binnen het handhavingsinstrumentarium, zolang het gekozen instrument voldoende effectief is. De rechtbank ging akkoord met dit beleid van de AP.

Ook de burgemeester heeft op basis van de Wet aanpak woonoverlast een rol in de aanpak van woonoverlast ten gevolge van camera’s. Er zijn tevergeefs verzoeken tot handhaving gedaan vanwege een camera die door buren was opgehangen. In een andere zaak verbood de burgemeester in een gedragsaanwijzing, naast heel veel andere dingen, het onnodig/onwettig gebruik van camera’s buiten het eigen erf.

De camera’s mochten niet naar andere erven of huizen worden gericht. De rechtbank ging niet akkoord met deze gedragsaanwijzing, maar vermeldde niet wat er precies mis was met deze specifieke gedragsaanwijzing over camera’s.

Het ligt niet voor de hand dat een camera op zichzelf zal leiden tot ernstige en herhaaldelijk hinder. Wel zou de hinder van de camera meegenomen kunnen worden in het overlastdossier. Er moeten dan waarschijnlijk ook andere overlastgevende activiteiten zijn, voordat wordt opgetreden.

Huurzaken: de overlast blijkt uit camerabeelden

Een andere categorie zaken gaat over burenoverlast en het gebruik van camerabeelden om deze overlast aan te tonen. De camerabeelden zijn dan onderdeel van het overlastdossier. Het gebruik van camerabeelden om overlast aan te tonen, blijkt voor veel rechters geen probleem. Zo accepteert de Rechtbank Noord-Holland “filmpjes” die door buren zijn gemaakt, als bewijs voor ernstige overlast (zoals bonken op de deur).

Ook in andere zaken betrekt de rechter videobeelden (gemaakt door een van de buren) bij de beoordeling of sprake is van overlast of een (gewelds)incident. In een andere zaak plaatst de verhuurder camera’s in de algemene ruimtes. Via de camerabeelden kan de verhuurder met succes aantonen dat de huurder overlastgevend bezoek (daklozen) de toegang verleent tot het gebouw. Soms ontstaat tijdens de zitting een discussie over onrechtmatig bewijs, maar neemt de rechter de videobeelden toch mee als bewijsstuk.

In weer een andere zaak gebruikt de woningcorporatie filmmateriaal om aan te tonen dat een overlastgevende huurder een gedragsaanwijzing met een contactverbod heeft overtreden. Deze huurder heeft bovendien een ruit ingeslagen bij de buren om hun camera en SD-kaartje te stelen en zo, waarschijnlijk, bewijs van overlast te laten verdwijnen. De rechter verplicht de huurder om de woning te ontruimen.

tekst gaat verder onder de foto

Camerabeelden als dossierstuk voor de burgemeester

Ten slotte komt de vraag op of camerabeelden ook kunnen worden gebruikt door de burgemeester bij de handhaving van de Wet aanpak woonoverlast. Deze vraag komt niet echt aan de orde in de jurisprudentie over de Wet aanpak woonoverlast. Er is wel een relevante uitspraak die hiermee te maken heeft. Daarin gaat het over de sluiting van een woning op basis van de Opiumwet. De politie heeft videobeelden van de camera van de buren in beslag genomen waarop te zien is dat de bewoners drugs van de woning naar een auto verplaatsen.

In het dossier van de burgemeester zitten 'stills' van deze videobeelden. De bewoners van de woning zeggen dat de beelden onrechtmatig zijn, want zij waren hiermee niet bekend en deze beelden zijn zonder hun toestemming gemaakt. De beelden zouden daarom niet mogen worden meegenomen in het dossier. De rechtbank is het daarmee oneens:

‘Dat de politie de camerabeelden niet mag gebruiken omdat deze onrechtmatig zouden zijn verkregen, deelt de voorzieningenrechter niet. Voor zover in dit geval al sprake zou zijn van bewijs dat in strafrechtelijke zin onrechtmatig is verkregen, betekent dit niet dat het gebruik van dat bewijs in een bestuursrechtelijke procedure niet zou zijn toegestaan. Er bestaat geen rechtsregel die ieder gebruik verbiedt van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs (…) In het bestuursrecht is zodanig bewijs slechts dan niet toegestaan, indien het is verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Dit is de voorzieningenrechter niet gebleken. In dat verband overweegt de voorzieningenrechter dat de camerabeelden kennelijk zijn gemaakt door een camera die bij de loods op het perceel van de achterburen is bevestigd. De burgemeester heeft ter zitting toegelicht dat de politie aan de achterburen heeft gevraagd of zij de beelden mocht hebben en die toestemming heeft de politie gekregen. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de camerabeelden niet op een zodanige manier zijn verkregen dat deze niet als bewijs kunnen worden gebruikt in deze bestuursrechtelijke procedure over de sluiting van het pand. Dat verzoekers zich in hun privacy aangetast voelen en geen goede verstandhouding hebben met de achterburen, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter ook dat het niet ongebruikelijk is dat op een bedrijventerrein camera’s worden bevestigd (ter beveiliging) en dat de beelden in dit geval gaan over verzoeker die buiten loopt naar zijn bedrijfsauto die op het perceel van de loods van de achterburen staat.’

Uit dit citaat valt af te leiden dat ook bij een dossier in het kader van de Wet aanpak woonoverlast camerabeelden die zijn gemaakt door buren kunnen worden meegenomen. Het is daarentegen niet toegestaan die beelden te gebruiken als deze zijn verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Daarvan lijkt in het geval van woonoverlast niet snel sprake te zijn.

Cookiemelding

akkoordDeze website maakt gebruik van cookies.
Klik hier voor meer informatie.