Woonoverlast

Meer weten?

Hulp nodig bij de aanpak van woonoverlast? Bel of mail met Katja Steverink van het CCV.

Hoe werken gedragsmaatregelen woonoverlast?

31-12-2015

Om woonoverlast door huurders tegen te gaan, kunnen verhuurders verschillende instrumenten inzetten, variërend van lichte ‘niet-juridische middelen’, waaronder buurtbemiddeling en een formele waarschuwingsbrief, tot zware ‘juridische middelen’, waaronder ontbinding van de huurovereenkomst en huisuitzetting. De gedragsaanwijzing woonoverlast is een instrument dat tussen de lichtere niet-juridische middelen en de zware middelen van ontbinding en ontruiming wordt gepositioneerd.

Beschrijving

Er zijn twee soorten gedragsaanwijzingen: de vrijwillige gedragsaanwijzing en de onvrijwillige vorm:

  • Een vrijwillige gedragsaanwijzing wordt neergelegd in een vaststellingsovereenkomst tussen verhuurder en huurder. Als het niet lukt om tot een vrijwillige gedragsaanwijzing te komen, of als de huurder zich er niet aan houdt, kan de verhuurder de rechter vragen om de huurder te verplichten een of meer gedragsaanwijzingen na te leven.
  • De gedragsaanwijzing die is opgelegd door de rechter wordt een onvrijwillige gedragsaanwijzing genoemd. Bij de onvrijwillige gedragsaanwijzing kan een dagvaarding worden opgesteld met als primaire vordering ontbinding van de huurovereenkomst en secundair de eis tot het nakomen van de gedragsaanwijzing. De eis tot ontbinding en ontruiming is dan de stok achter deur om het gewenste gedrag af te dwingen of te stimuleren.

De gedragsaanwijzing is een bestaand instrument, dat echter niet bij alle verhuurders bekend is. Om de toepassing door woningcorporaties te bevorderen is een pilot gestart en ondergebracht bij het CCV. Corporaties zijn uitgenodigd om casussen aan te dragen en kregen vervolgens een vrijblijvend advies over de toepassing van de gedragsaanwijzing in hun casus.

Conclusies

De gedragsaanwijzing woonoverlast is een nuttige, bruikbare en veelal effectieve interventie voor het terugdringen van woonoverlast zonder dat daarvoor ontruiming nodig is. Het ziet er dus naar uit dat de gedragsaanwijzing, wanneer lichtere interventies niet werken, een effectieve aanvulling is. Het symbolische element van het ondertekenen (dus het gezamenlijk overeenkomen in een min of meer formele setting) is daarbij belangrijk, naast de mechanismen uit de beleidstheorie (afschrikking, hupverlening en normbevestiging).

Auteurs

Roland Oude Ophuis, Ger Homburg en Willemijn Smit

Organisatie

Regioplan, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

Bestanden

Cookiemelding

akkoordDeze website maakt gebruik van cookies.
Klik hier voor meer informatie.