Gedragsaanwijzing ingebed in het huurrecht?
15-02-2018
Kan de gedragsaanwijzing worden aangemerkt als een hype of is het instrument inmiddels een regulier instrument binnen de bestrijding van overlast? Om antwoord te geven op deze vraag is in 2017 en 2018 onderzoek gedaan naar de rol van de gedragsaanwijzing binnen de aanpak van overlast in de huursector.
Het onderzoek bestond uit 2 delen: telefonische interviews met 24 corporaties en een analyse van recente jurisprudentie waarin de gedragsaanwijzing een rol speelt. Door de corporatiemedewerkers die zijn geïnterviewd zijn in totaal 264 gedragsaanwijzingen ingezet, waarvan maar liefst 92% vrijwillig zijn.
Beschrijving
De corporatiemedewerkers zijn positief over de gedragsaanwijzing als middel tegen woonoverlast. Als de gedragsaanwijzing niet standhoudt, vinden corporatiemedewerkers het alsnog een handig middel om een dossier op te bouwen.
Breed ingezet
Het blijkt dat de gedragsaanwijzingen bij een breed scala aan overlast ingezet worden. De problematiek gaat van verzamelwoede tot geluidsoverlast en van oneigenlijk gebruik van de woning tot overlast van personen met verward gedrag. Een veelgenoemde vorm van overlast is geluidsoverlast.
De meerderheid van de ondervraagden vindt ook dat de gedragsaanwijzing een waardevol middel is bij de aanpak van casussen waarbij er sprake is van psychische problematiek. Op deze wijze kan men afdwingen dat hulpverlening door de huurder geaccepteerd wordt. Wel valt of staat dit met een goede samenwerking met de hulpverlening.
Op weg naar een standaard aanpak
Uit het onderzoek blijkt dat de gedragsaanwijzing zeker geen hype is. Er wordt al veel gebruik van gemaakt, maar het is te voorbarig om het als regulier instrument aan te merken. In de praktijk zijn er nog knelpunten die om oplossingen vragen. Daarnaast is de bekendheid onder de corporaties over dit instrument en het gebruik ervan nog een aandachtspunt.
Kortom: positieve resultaten, maar ook duidelijke ambities om het instrument verder ingebed te krijgen in het huurrecht.
Auteurs
Michel Vols & Linzy Sieljes
Organisatie
Rijksuniversiteit Groningen